Een euro. Dat is wat je op de meeste plekken in Italië betaalt voor een espresso. Er is een voorwaarde: je consumeert de espresso staand aan de bar. Je bestelt, in de drukte controleert de barman nog eens wat je hebt besteld. Liscio? Zonder iets? Of het is een caffè macchiato met koude of warme melk. Of een lungo, of ristretto. Voor alles geldt: 1 euro. Of soms een duppie meer (langs de snelweg) of minder (richting het zuiden). Pas bij een marrochino of een cappuccino gaat de prijs significant omhoog.
De koffieprijs werd ooit eens vastgesteld door de Italiaanse Kamer van Koophandel. Iedere bar diende zich daaraan te houden. Maar met het verplichte vrije marktdenken ontkwam ook het kopje espresso niet aan een prijs die moet worden vastgesteld door vraag en aanbod. Iedere barman of -vrouw kan dus vragen wat hij of zij denkt dat goed is. In Sesto San Giovanni, een voorstandje van Milaan, is dat in een bar vijftig cent. De eigenaar daar bestelt ongebrande bonen, heeft een eigen branderij en zegt zo de dure koffieleveranciers zoals Illy en Lavazza te kunnen ontwijken. Hij zegt ook dat hij de korting terugverdient door gewoon meer kopjes te schenken.
Zover gaan de meeste barren niet. Een euro is ook prima. De espressodrinker is het hem of haar waard om dagelijks een eurootje neer te leggen. Maar veel duurder wordt nergens geaccepteerd door een Italiaan.
Zelfs in het-kan-niet-sjieker-dan-dit-dorpje Portofino geldt de wet van een euro voor een espresso aan de bar. Onlangs bestelden we er een ijsje op de centrale Piazza Martiri dell'Ulivetta. Daar betaal je je al snel twee keer zoveel voor een zuinig bolletje in je hoorntje. Vijf kilometer verderop in het ook niet zielige Santa Margherita betaal je de gewone prijs. Een glas prosecco gaat in Portofino voor zeker het dubbele weg, een parkeerplaats kost een vermogen, laat staan de ligplaats voor je jacht of uit eten bij de trattoria. Maar een espresso aan de toog bij Bar Morena da Ugo aan het plein kost er gewoon een euro. Zelfs aan een toerist waagt de barman het niet om meer te vragen.
Een koffie aan de bar bestellen is dan ook eigenlijk niets voor de toerist. Aan de bar staan drukke, vaak werkende Italianen die maar even de tijd nemen voor een opkikker. Bestellen, drinken, betalen en weg. Een minuutje of drie en weer verder.
Tijdens een vakantie hoeft dat niet zo snel. Dan ga je genieten, ga je zitten, wordt je bediend en bewonder je het uitzicht. En daar lap je voor. Wat het in Portofino kost wil ik niet eens weten.