‘Voor mij een cappuccino met heel veel schuim.’
‘Drie caffè asjeblieft, één normaal, één ristretto en één lungo.’
‘Een lauwwarme cappuccino met een extra shot koffie voor mij.’
‘Maak je een extra sterke espresso voor me vandaag?’
‘Twee cappuccino’s asjeblieft, eentje met heel veel schuim en die andere graag zonder schuim.’
‘Zijn er ook volkoren croissantjes met honing?’
‘Een caffè al vetro (espresso in een glaasje)!’
‘Ik wil graag een cornetto met Nutella, is die er nog?’
‘Maak je een doos met tien kleine cornetti met verschillende vullingen, maar zonder chocolade, voor me? Geen haast, ik drink eerst een cappuccino en dan neem ik ze mee.’
‘Deze cappuccino is koud, ik bestelde een lauwwarme cappuccino. Maak je een nieuwe voor me?’
‘Deze espresso is wel heel heet, kun je een beetje koude melk toevoegen?’
‘Mag ik twee espresso’s om mee te nemen? Zonder suiker!’
Het is nog geen half acht ’s ochtends en ik sta nog geen drie minuten aan de bar (de gemiddelde tijd om een cappuccino te bestellen en op te drinken)… Mijn hoofd tolt van de verschillende bestellingen. De handen van de twee barista’s doen echter onverstoorbaar hun ding, in een mysterieus ritme dat me bij elk kopje koffie opnieuw fascineert. Helden zijn het, die elke ochtend opnieuw Italië op gang helpen met een immense hoeveelheid cappuccino’s, espresso’s en alle varianten die je maar kunt bedenken.
Zonder deze barista’s begint mijn dag zonder ritme, zonder perfect gezette koffie, zonder het gevoel hier thuis te zijn, maar bovenal zonder de onmisbare dosis liefde die ik voor dit Italiaanse fenomeen voel. Viva il barista, viva il bar!